In deze “minicursus communicatie” legt Emmanuel Tourpe (Franse site) uit waarom we graag televisie kijken.
Naast een gewaardeerd denker is Emmanuel Tourpe ook programmadirecteur van Arte, dus hij kan met recht en reden onze consumptiegewoonten decoderen.
Dit 8e juweeltje van de “minicursus communicatie” werd oorspronkelijk door Emmanuel op zijn Facebook-pagina, gepubliceerd. Hij stemde erin toe om het via deze blog voor iedereen toegankelijk te maken.
Minicursus communicatie nr. 8
Waarom kijken we naar onzin op tv – en als we toch bezig zijn, waarom houden we zo van Netflix-series?
New York, 1942. De Verenigde Staten zijn net tot de oorlog toegetreden. Herta Herzog denkt daar niet eens over na, ze legt momenteel de laatste hand aan een artikel dat een revolutie teweeg zal brengen in het onderzoek naar de media. Ze weet het nog niet, maar de 30 pagina’s met de titel “Wat weten we eigenlijk over de luisteraars van dagelijkse radiosoapseries” zullen als een bom inslaan: niets zal meer hetzelfde zijn vanaf het moment dat het artikel door haar man Paul Lazersfeld wordt gepubliceerd in de enorme bundel “Radio Research 1942-1943”.
Wat heeft deze oud-student van de meest beroemde Amerikaanse onderzoeker naar de effecten van de media – en die op het punt staat zelf een ster te worden – dan ontdekt? Wel, iets wat niemand had verwacht. Herta was in die tijd geïntrigeerd door een krachtig fenomeen: het enorme succes van de dagelijks op de radio uitgezonden soapseries bij de huisvrouwen, de “desperate housewives” van die tijd. Deze radioseries waren de voorlopers van ‘Dallas’ en andere ‘Families’ van die tijd. De zelfingenomen mannenwereld van 1940 had de diepste minachting voor deze vrouwelijke luisteraars en hun radioseries. Deze liefdesverhalen, een echte Harlequin-radiocollectie, waren niets meer dan een verzameling debiele verhaaltjes voor stompzinnigen. Het laagste niveau van radio, het toppunt van domheid.
We moeten er ons wel van bewust zijn dat dit een tijd is waarin een musicoloog en filosoof met de naam Theodor Adorno van mening was dat zelfs klassieke muziekconcerten die op de radio werden uitgezonden een vorm van wreedheid en culturele domheid waren die mensen ervan weerhield om naar concerten te gaan. Dagelijkse series doorkruist met onmogelijke liefdes, mooie partners en onwaarschijnlijke drama’s… Maar Herta Herzog neemt een beslissing die enorm zal tellen in de geschiedenis van de communicatie. Ze besluit nog geen waardeoordeel te vellen en zich welwillend op te stellen tegenover het vrouwelijke publiek van deze serie. In plaats van a priori, met alle culturele aristocratie van haar tijd, te oordelen dat deze radiosoapseries niets anders waren dan een hersenspoeling voor dwazen, onderzocht ze maandenlang de beweegredenen van deze vrouwen. Dit was een belangrijk keerpunt: plotseling plaatsten we ons in de schoenen van het publiek, van de vrouwelijke toehoorders, in plaats van voortdurend te proberen te achterhalen hoe we de media effectief kunnen maken voor reclame, het overbrengen van politieke boodschappen of het bestrijden van propaganda. Het was een totale omkering van het standpunt: los van wat het medium wil, wat wil het publiek? Waarom maken ze gebruik van dit of dat medium, en kiezen ze voor dit of dat programma? Deze revolutie in de richting van het publiek was in die tijd het equivalent van de Copernicaanse revolutie in de wetenschap. “Design thinking” of de aandacht voor de gebruikerservaring is een laattijdige getuige van deze ommekeer.
Wat Herta Herzog tijdens haar onderzoek ontdekte, deed veel specialisten van die tijd van hun hooggeplaatste stoel vallen: de beweegredenen van de vrouwelijke luisteraars om naar deze series te luisteren waren in feite zeer nobel, zeer diepzinnig en uiterst waardevol. Stel u voor dat we tegenwoordig bij onze tieners heel positieve redenen ontdekken waarom ze naar “Melrose Place” of urenlang naar Twitch kijken: dat is precies wat er gebeurde. Herzog identificeerde drie belangrijke motivaties bij deze vrouwelijke luisteraars:
- emotionele ontlading (emotional release)
- ijdele hoop (wishful thinking)
- zelfreflectie door middel van verhalen vertellen (advice seeking)
In realiteit verleenden deze vrouwen fundamentele functies aan deze verachte soapseries. Daardoor konden ze een ventiel openen in hun veel te druk leven en tegelijkertijd oases creëren die niet konden worden gedeeld; geen wanhoop meer en vormen van escapisme genereren die de middelmatigheid van hun leven oversteeg, een “principe van hoop”; en door de confrontatie met verschillende levensvormen zelfs gaan nadenken over zichzelf, hun relatie en hun gezin.
Herzog gaf een immense les van nederigheid en liefde aan het onderzoek: een welwillende benadering onthult veel meer dan een koude en categorische benadering; maar vooral ontdekte, of herontdekte, ze dat de media verschillende functies vervullen en reageren op verschillende motivaties. Een mooi onderzoek door B. Lahire (La culture des individus) heeft onlangs bevestigd dat iedereen media voor verschillende functies gebruikt: informeren, opleiden, maar ook ontspanning. Zelfs het kaderlid of de belezen man heeft als verstrooiing af en toe een ontspannend programma nodig, dat als decompressieventiel fungeert. Niemand kijkt naar een literair programma aan het einde van een moeilijke dag of wanneer kinderen schreeuwend door het huis rennen. Iedereen kijkt wel eens naar onzin omdat de media ook een ontspannende functie hebben. Iedereen heeft wel eens “Libelle” gelezen, zelfs een dokter in de wetenschap, omdat het een belangrijke functie heeft.
De hele kwestie – en dit is belangrijk – is om niet te blijven hangen in dit ene verlangen om het hoofd leeg te maken. Er is een ascese, een zelfdiscipline om zich open te stellen voor hogere functies. Als men eenmaal zijn hoofd heeft leeggemaakt met de VTM-soapserie, mag men niet gehypnotiseerd blijven door het gemakkelijke, maar moet men bijvoorbeeld kijken naar een nieuwsuitzending (bijvoorbeeld op Arte om 19:45!) of een actualiteitenprogramma als 28’. Alle functies van de media zijn dus nobel, maar iedereen moet ervoor zorgen dat de functies van persoonlijke verrijking niet uit het oog worden verloren. Media-educatie is niet in de eerste plaats een discipline of een vak dat moet worden onderwezen, maar een persoonlijke discipline: wat doe ik vandaag de dag niet alleen om mezelf af te leiden, maar ook om mijn hoofd en mijn hart te vullen?
Het werk van Herzog gaf vervolgens aanleiding tot een krachtige onderzoeksbeweging (de “Uses and Gratification Theory”). Maar ze maakten het ook mogelijk om iets te begrijpen dat oude Aristoteles (in de Poëzie), maar ook Paul Ricoeur (in Temps et récit) al lang geleden had begrepen: verhalen, geschiedenis, series, zoals sprookjes of romans, fungeren als een grote “catharsis” (emotionele zuivering). We houden van vertellingen (tegenwoordig verhalen) omdat ze ons in staat stellen de drama’s van ons leven van een afstand te bekijken. We houden van misdaadfilms op tv omdat ze over de dood praten in het kader van een onderzoek, dus we denken dat we het beter kunnen confronteren en controleren. Het mag ook geen obsessie worden: sommige tv-zenders ontsnappen niet aan het gemakkelijke om alleen maar misdadenverhalen te maken.
Er bestaan zelfs “recepten” voor het schrijven van boeiende verhalen, die door Gustav Freytag werden bestudeerd. Maar het was waarschijnlijk Kurt Vonnegut die het beste heeft aangetoond dat er drie vormen van grote verhalen bestaan:
- De vorm van “in het zwarte gat vallen”, de evolutie van een personage dat in alles slaagt, maar zijn goede positie verliest en wegzinkt. Hij lost zijn probleem echter op en bereikt een groter geluk.
- Het verhaal van Romeo en Julia, dat vertelt hoe geliefden elkaar ontmoeten en hoe hun liefde wordt gedwarsboomd door een externe gebeurtenis. Ze gaan uit elkaar, maar uiteindelijk vinden ze elkaar weer…
- Het patroon van Assepoester, met een personage dat stap voor stap uit een slechte situatie raakt. Net op het moment dat het personage denkt dat het hem of haar gelukt is, zakt het weer weg om er weer sterker uit te komen. Maar het personage wordt gered en de situatie verbetert.
Maar kan intelligence artificielle volstaan om een goed verhaal te schrijven? Nee, natuurlijk niet, want het genie van een verteller bestaat erin deze koude structuren, deze narratieve skeletten, te omhullen met een mantel van emoties en een kleding vol passie.
De kracht van verhalen, de kracht om ons leven te transformeren, wat het succes ervan verklaart, mag ons niet obsederen: de dood en liefde die erin worden ontcijferd, wat ons geruststelt, mogen niet alleen maar voorstellingen blijven. Mooie verhalen kauwen ons de moeilijkheden van het leven en de meest brandende passies voor – maar wij moeten ze nog altijd doorslikken, verteren en ons eigen maken. Grote verhalen moeten ons naar de realiteit brengen: ze zijn een weg naar, niet een punt van aankomst. Laten we het leven onder ogen zien zoals het is – een weefsel van verveling, glorie en schoonheid, verdriet en woede, angsten en vreugde, die geen enkel verhaal ooit kan vervangen.
Geplaatst in Diverse.