30 september 2016 2450 woorden, 10 min. gelezen

Road trip door IJsland: 12 ongelooflijke dagen

Door Pierre-Nicolas Schwab Gepromoveerd in marketing, directeur van IntoTheMinds
Dit lange vertelt u over onze recente reis naar IJsland. Deze trip was een van mijn goede voornemens voor 2016 en ik ben echt blij ze te hebben waargemaakt. Ik vertelde al in grote lijnen wat ik van deze reis […]

Dit lange vertelt u over onze recente reis naar IJsland. Deze trip was een van mijn goede voornemens voor 2016 en ik ben echt blij ze te hebben waargemaakt. Ik vertelde al in grote lijnen wat ik van deze reis meebracht. Alvorens u op de foto’s te werpen, wil ik erop attent maken dat geen enkele werd gefotoshopt. De effecten in mijn foto’s beperken zich tot het gebruik van filters (polarisatie- of grijsfilter), verschillende lenzen en het spelen met de sluitertijd. Dit gezegd zijnde, geniet van de foto’s en dit kleine verhaal van 12 buitengewone dagen.

 

Dag 0: op weg naar Borgarnes

Ons idee was om IJsland te ontdekken vanuit 3 uitvalsbasissen. De eerste daarvan ligt in het zuidwesten van het land, in Borgarnes (een stadje van 1000 inwoners, op de Googlekaart hieronder in het groen aangeduid). Van daaruit vertrokken wij elke dag voor minstens 10 uur durende excursies met onze kleine SUV, gehuurd bij Geysir (Engels).
De accommodatie via AirBnB gereserveerd was zeer goed gelegen en omringd door prachtige landschappen en paarden. Vanaf de eerste avond kon ik de pracht van de IJslandse paarden en de omringende natuur fotograferen. Een stormlucht gaf nog een dramatische toets aan dit mooie landschap.

 

Dag 1: walvissen spotten in Olafsvik

Nadat ik door het tijdsverschil de eerste dag al  vroeg wakker werd, besloot ik om 6 uur ‘s morgens foto’s te gaan nemen; de zon was al op en het landschap rond onze dorpje was prachtig.

Voor onze eerste dag in IJsland had ik een boottochtje van 3 uur geboekt in Olafsvik om walvissen te spotten (met Laki Tours (Engels), dat ik zeker kan aanbevelen). Ik had gelezen dat Husavik de beste plaats was om walvisachtigen te spotten, maar ik nam toch het risico om hier te gaan, want Husavik was echt wel te ver. We werden niet ontgoocheld. Uit verslagen die Laki Tours dagelijks op Facebook (Engels) post, had ik gelezen dat er systematisch walvissen werden gespot, op één of twee keren per maand na. Op onze tocht zag ik de eerste walvis van Minke (weliswaar van ver) en een beetje later stootten we op een groep griends die dicht bij de boot kwamen spelen om zich te laten bewonderen. Het was de eerste keer dat ik walvissen zag… een blijvende herinnering. Als u voor Laki Tours kiest, zorg er dan voor iedere dag hun Facebookpagina te lezen om een idee te hebben over de kans om walvissen te zien.

 

Dag 2: Raudfeldsgja, Arnarstapi, lavatunnel Vatnshellir

We vonden de landschappen van het Snaefellness schiereiland zo mooi, dat we besloten er de dag nadien opnieuw heen te gaan. Ik las over een mooie wandeling vanuit Arnarstapi. Op onze weg naar dit dorp hielden we halt bij de kloof van Raudfeldsgja. De kracht die uit deze berg spreekt is indrukwekkend en het zicht binnenin de kloof is echt wel een omweg waard (daarvoor moet u stroomopwaarts gaan en uw voeten een beetje nat maken).

Na een korte wandeling langs de rotswanden van Arnarstapi (waar u prachtige basaltformaties kunt bewonderen) vertrokken we richting Vatnshellir om een lavatunnel te bekijken. Mijn zoon vond het prachtig. Behalve de ontdekking van deze wonderlijke omgeving, ideaal voor een les in geologie, raad ik een bezoek hier zeker ook aan voor de sensaties die het met zich meebrengt. Niet dat u in rappel moet afdalen (er is een trap aangelegd), maar omdat u er echt het donker kunt voelen. Uw hand 1cm voor uw gezicht houden en niets zien is echt wel een vreemde gewaarwording.

Op de terugweg stopten we lange tijd bij Grundarfjördur om er te genieten van het zicht op de Kirkjufell en de watervallen enkele honderden meter verder. Ik bleef er een dertigtal minuten om te fotograferen en nam er, naar mijn gevoelen, een van de mooiste foto’s van de reis.

Dag 3: watervallen van Hraunfossar en Barnafoss

Onze derde dag was lichter dan de twee voorgaande. Minder afstand op het programma en op ontdekking in de streek ten oosten van Borgarnes. De lavatunnel van Volgemir (de langste van IJsland) was verleidelijk, maar met onze ervaring van de dag ervoor was al voldoende. Daarom bleven we langer hangen bij de watervallen van Hraunfossar en Barnafoss. Op de weg terug reden we even om naar de warme waterbronnen van Deildartunguhver om er lokale tomaten te kopen. Ook bezochten we Reykholt, een bekende religieuze plaats met zijn kerkje.

Voor één keer kwamen in Borgarnes aan voordat de winkels gesloten waren. Tijdens een kleine wandeling in het centrum van het dorp konden we genieten van de omringende bergen en bekeken we een atypische voetbalwedstrijd aan de oever van het meer met de bergen als decor.

Dag 4: Þingvellir, Geysir en Gullfoss

De vierde dag brak aan, de dag waarop we naar ons tweede uitvalsbasis in het zuiden van het land zouden gaan (in Hvolsvöllur, in het groen aangeduid op onderstaande kaart). Ik koos voor deze route van 200km om onderweg te kunnen stoppen in Geysir, Gullfoss en Bingvellir. We hadden prachtig weer.

In de plaats van door de tunnel naar Akarnes te gaan, kozen we de wondermooie weg van de Hvalfjördurf Fjord. We hielden halt bij een walvisjachtstation (gesloten in 2015) om er foto’s te nemen van schapen op het strand. We wilden een wandeltocht maken in Glymur (de tweede hoogste waterval van IJsland), maar de tijd was te kort. Op dag 11 had ik weliswaar een verrassing voor mijn familie voorzien, die ons dichtbij Glymur zou brengen.

Onze eerste halte was het nationaal park van Thingvellir. Als u een beetje van geologie kent, Þingvellir is een indrukwekkende plek met grote contrasten en een ongelooflijk uitzicht (vooral op dag 11).
De route door het natuurreservaat is erg interessant. Ik kon wel elke 500 meter stoppen om foto’s te nemen.

Van daar trokken we naar het drukbezochte Geysir. Voor de eerste keer een geiser zien was een unieke ervaring, en ondanks de massa volk moet u het gezien hebben. Als fotograaf, maar u kunt zich wellicht afvragen op welke manier u een foto kunt nemen die nog niet al miljoenen keren genomen is. De volgende halte na Geysir was Gullfoss. Hier volgden we de massa toeristen. De watervallen van Gullfoss zijn inderdaad indrukwekkend. Helaas miste ik fotografische inspiratie.

Vanaf Gullfoss volgende we route 30 richting Fludir. De « route » werd vernieuwd en was best te vermijden, want hierop rijden was niet echt leuk.

Na deze lange trip kwamen we omstreeks 18 uur in Hvolsvöllur aan.

Dag 5: Nog meer watervallen! Skogafoss, Seljalandsfoss en Dyrhólaey

Onze eerste dag in het zuiden van IJsland besteedden we aan de ontdekking van de drie beroemdste plaatsen aan deze kust: de watervallen van Seljalandsfoss en Skogafoss enerzijds en verder naar het oosten de kaap van Dyrhólaey met een onvergetelijk uitzicht op de zwarte zandkust.

Ik maakte enkele mooie foto’s van Seljalandsfoss met mijn grijsfilter (zie hieronder), die lange belichtingstijden mogelijk maakt (gemiddeld 30 seconden) en foto’s met een ander perspectief mogelijk maakt dan wat we doorgaans op internet zien. De meeste foto’s van Seljalandsfoss worden inderdaad van achter de waterval (wat, gezien de nevels die dag, de toekomst van mijn apparaat zou hypothekeren) of vanop hoogte genomen. Ik vond dat het zicht vanaf de rivier zeker zo mooi was.

In Skogafoss aangekomen, enkele kilometers verder, was het weer veranderd en wachtte ons een azuurblauwe lucht, garantie voor prachtige foto’s met de beroemde regenboog die iedereen hier zoekt. Ook daar bleek de grijsfilter een handig instrument; van het midden van de rivier, met de voeten in het ijzige water, was het uitzicht weergaloos.

Na Skogafoss trokken we richting Dyrhólaey waar slechts een handvol toeristen heengaat wegens de weersomstandigheden die echt wel niet uitnodigend zijn (de wind blies met enorme rukwinden en de hemel stond op storm). Door de felle wind kon ik niet dicht bij de rotswand komen. Toch kon enkele mooie foto’s nemen met een grote zon als achtergrond. IJsland wordt op zijn mooist in al zijn contrasten en is alleen daarom al een reis waard.

Op de terugweg stopten we in Sólheimajökull en liepen we naar de gletsjer, die bedekt is met zwarte as door de uitbarsting van 2010. Nog nooit voorheen zag ik zo transparant ijs.

Dag 6: geothermisch zwembad Secret Lagoon

De 6de dag keerden we terug naar Gullfoss om zo dicht mogelijk bij de waterval te raken en er de fotografische inspiratie te vinden, die ik bij ons eerste bezoek miste (en trouwens ook bij het tweede bezoek).

De terugweg bracht ons in Flúðir waar we stopten om te gaan baden in de Secret Lagoon (Engels), een geothermisch zwembad bevoorraad door een kleine geiser. Minder bevolkt dan Blue Lagoon (ook veel kleiner overigens) is dit zwembad weliswaar veel toegankelijker en familialer.

Dag 7: de hoogvlakten van Suðurland en de kloof van Markarfljótsgljúfur

Op de 7de dag had ik de diensten van een lokale gids ingehuurd om dieper tot de hoogvlakten door te dringen en verborgen plekken te ontdekken. Dit was vooral een “off road” excursie. De beste weg die we hadden was een piste van het F-type.

Het parcours was erg hobbelig, maar wat een ervaring! We ontmoetten geen enkele levende ziel gedurende de 4 eerste uur van onze reis in het Suðurland. Op de hele dag zagen we uiteindelijk maar 5 à 6 wagens.

Het mooiste moment van de dag was ongetwijfeld toen we bij de kloof van Markarfljótsgljúfur kwamen, een 200 meter diepe canyon doorsneden door de gelijknamige rivier. Zwakke zielen blijven hier best weg; de wind, totaal geen beveiliging en onstabiel terrein zorgen voor hevige sensaties.
Wat me tijdens deze dag opviel is het contrast tussen de vulkanische, zwarte, arme grond en de rijke groene « oases » die her en der opduiken zo gauw er voldoende water is. Vandaar de opmerkelijke contrasten die ik probeerde te fotograferen, maar waarbij ik na elke foto ontdekte dat het effect nooit zo treffend is als de realiteit.

Dag 8: de Vestmann eilanden

De Vestmann eilanden zijn gemakkelijk per boot bereikbaar (slechts 35 minuten). Het weer is er vaak grillig en de eilanden zijn bekend om hun wind. Wij moesten zelfs wachten op gunstige weersvooruitzichten om op het laatste moment toch maar te beslissen om te gaan. Het minste wat ik kan zeggen is dat het wachten loonde. We kregen een heldere lucht, veel zon en 19 graden (wat uitzonderlijk is om de inwoners in short en T-shirt naar buiten te krijgen). We daalden de vulkaan af en ontdekten te voet de omgeving alvorens een tochtje rond het eiland met de “speedboat” te maken. De moderne boten (620 pk maar liefst) van Ribsafari (Engels) garanderen hevige sensaties die u niet vlug zult vergeten. Houdt u goed vast, want het gaat vooruit.

De laatste uren brachten we door met het bewonderen van het landschap en probeerden we van boven het dorp de evenementen van 1973 te reconstrueren toen er hier een vulkaan uitbarstte.

Dag 9: de ijslagune van Jökulsárlón

De gletsjerlagune vanuit Hvolsvöllur benaderen loont zich. We deden er 3 1/2 uur over (iets meer dan 300 km) maar de weg is heel aangenaam en de afwisselende landschappen maken deze reis meer dan waard. Vooral de verschillende gletsjers bieden fascinerende uitzichten die nog lang in uw herinnering zullen blijven.

Het spektakel wat u in Jökulsárlón ziet is moeilijk onder woorden te brengen. U moet zelf deze magische ijsbergen zien die langzaam naar de oceaan drijven en dan vastlopen op het zwarte strand. Tijdens ons bezoek verborg de zon zich achter sluierwolken. Het water vermengde zich met nevel, waardoor alleen de magische tinten van dit eeuwenoud ijs zichtbaar waren.

Dag 10: het zwarte zandstrand van Vik en de DC3 van Sólheimasandur

In maart 2016 verbood de eigenaar van het strand van Sólheimasandur, waar de DC3 neerstortte, de toegang voor wagens. Daar deed hij goed aan. Nu is het pas na een eindeloze (want monotone) wandeling van 4 km dat u de plek bereikt. Er waren slechts een dozijn toeristen aanwezig toen wij er kwamen, waaronder 4 jonge en totaal respectloze Duitse motorijders, want ze vonden het blijkbaar leuk op het wrak van het vliegtuig te kruipen.

We deden ongeveer tweeënhalf uur over de weg heen en terug naar het vliegtuig en het nemen van foto’s. Houd dit in gedachten als u er wilt heengaan.

Het is uiteindelijk wel een bezoek waard, want het is een surrealistisch zicht om dit vliegtuig op zo’n plek te zien en u keert altijd wel terug met mooie foto’s. Maar als u meer speciale foto’s wenst, dan moet u op ongebruikelijke uren komen (opkomende of ondergaande zon, zelfs ’s nachts als u de aurora borealis boven het wrak wil fotograferen).

Na Sólheimasandur vertrokken we naar Vik en zijn zwarte zandstrand. Ik wilde de plaats van de beroemdste foto’s (met de basaltorgels) zoeken, maar de tijd ontbrak ons. Het strand was ook een sterke belevenis, vol met energie. Ik kon er weinig foto’s maken, maar mijn zintuigen kregen enorme voldoening (het geluid van de zee, het zwarte zand, het wit van het schuim, de wind).

Onze dag liep ten einde, want we moesten richting Reykjavik voor het derde en laatste deel van onze reis.

Dag 11: streek rond Reykjavik

De ochtend van de 11de dag was voorbehouden voor een verrassing op maakt voor mijn gezinnetje. Een piloot van Reykjavik Helicopters (Engels) kwam ons oppikken. In het geheim had ik een vlucht geboekt die ons, grosso modo, de plekken liet zien die we de derde dag hadden bezocht. We vertrokken van de heliport van Reykjavik recht naar Hvalfjordur, vervolgens naar de waterval van Glymur, de tweede hoogste van IJsland (ongeveer 200 meter). Wat een zicht! Ik garandeer u dat het zien van deze waterval vanop 900 voet een onvergetelijke herinnering is.

Vervolgens vlogen we over het meer Þingvallavatn en landden we in de geothermische bergzone van Reykjanes. Deze afgelegen streek, over land niet bereikbaar, bevat verscheidene geothermische wonderen: zwaveluitstoot, kokende waterbronnen, turquoise bronnen vol mineralen, een warmwaterrivier, … IJsland in het klein eigenlijk.

Na weer te zijn opgestegen, vlogen we  boven Middeleeuwse lavavelden weer naar de heliport. Dat gaf ons de kans om al de vormen te zien, die deze lavastromen hebben gecreëerd.

In de namiddag bezochten we Reykjavik, zijn opera en aan het einde van de dag het schiereiland van Reykjanesviti (vanwaar we het eiland Eldey zagen liggen), Gunnuhver, Hafnaberg en uiteindelijke Blue Lagoon (voor een blitzbezoek).

 

Dag 12: geothermische wonderen

De laatste dag in Reykjavik kozen we ervoor om het zuidelijke deel van Reykjanes te ontdekken. We namen route 42 langs het Klaifarvatn meer op weg naar de zwavelbronnen van Seltun. Van daar trokken we naar het turquoise meer Graenavatn, gelegen in een oude krater. Het blijft frustrerend om niet de buitengewone kleur van dit met mineralen verzadigde meer te kunnen fotograferen.

 



Posted in Diverse, Marketing.

Plaats uw mening

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *