27 juli 2015 698 woorden, 3 min. gelezen

Deeleconomie : drie radicale veranderingen in de voorbije 30 jaar

Door Pierre-Nicolas Schwab Gepromoveerd in marketing, directeur van IntoTheMinds
De deeleconomie (of economie van het delen) is een actueel onderwerp dat alle media momenteel massaal beschrijven. De avonturen van Uber en AirBnB dragen bij aan dit feuilleton. Onlangs werd ik door een Belgisch tijdschrift geïnterviewd voor een speciale uitgave […]

De deeleconomie (of economie van het delen) is een actueel onderwerp dat alle media momenteel massaal beschrijven. De avonturen van Uber en AirBnB dragen bij aan dit feuilleton. Onlangs werd ik door een Belgisch tijdschrift geïnterviewd voor een speciale uitgave over dit onderwerp. Ik gaf daarbij mijn mening over de evolutie van een model dat zijn oorsprong vond in de lokale ruileconomie uit de jaren ’80.

 

LETS (Local Exchange Trading System): de oorsprong van de ruileconomie

In Wikipedia lees je aan dat het idee om op lokaal niveau tijd en voorwerpen te delen niet nieuw is. Alhoewel het de eerste keer klaarblijkelijk in 1930 in Oostenrijk plaatsvond (en in 1933 weer werd verboden), is het echte begin van lokale ruileconomie (LETS) te vinden in de jaren ’80 in Canada. De ruilhandel was toen gebaseerd op de alternatieve munt, “Green Dollar” genaamd. Het initiatief had als vooropgesteld doel de inwoners van British Columbia te helpen, omdat de werkloosheid daar veel schade bij de bevolking berokkende.

Wikipedia definieert het doel van LETS als volgt:

Het basisprincipe van een LETS is de promotie van de ontwikkeling van een solidaire en lokale economie. Elke deelnemer kan genieten van goederen en diensten in ruil voor zijn tijd (door op zijn beurt goederen en diensten aan te bieden); zo is iedereen 24 uur per dag rijk! Deel uitmaken van een LETS maakt het mogelijk om uit het isolement te treden, te genieten van een netwerk van onderlinge hulp en bewust te worden van wat men anderen te bieden heeft. In tegenstelling tot ruilhandel moet men niet iets geven aan diegene waarvan men iets krijgt: die regeling vergroot de ruilmogelijkheden.

U merkt dat dit initiatief is gebaseerd op altruïsme, de wens om de ander te helpen en de wil om tijd en materiaal te delen voor het welzijn van de gemeenschap.

 

Drie dingen die in de huidige deeleconomie zijn veranderd 

Wat de LETS uit de jaren ’80 gemeen gemeen hebben met de deeleconomie van 2015 blijft de bevrediging van de behoeften van een verbruiker X door een fysieke persoon Y. De vrije tijd en het niet gebruikt materiaal zijn nog altijd nodig in de formule van 2015. De consumenten zoeken andere personen om prestaties te verrichten of waarbij ze voorwerpen kunnen lenen die ze elders niet konden kopen.
Er zijn drie wezenlijke veranderingen in de deeleconomie zoals ze vandaag werkt.

Ten eerste is de munt die wordt gebruikt voor het ruilen van producten en diensten niet meer een IOU (I Owe You), maar een echte munt (euro’s, dollars).

Ten tweede, het altruïsme uit het oorspronkelijke concept is vervangen door het streven naar winst. Onder de druk van de financiële crisis van 2008 zoeken mensen naar nieuwe bestaansmiddelen, proberen ze hun verlies aan koopkracht te compenseren. Onderbenutte activa ten gelde maken en de tijd in surplus is een van de mogelijkheden om de inkomsten op peil te houden.

Ten derde, de meest evidente verandering heeft te maken met het businessmodel. In het oorspronkelijke concept waren er maar twee partijen: de gever en de nemer. Vandaag is er een derde: de tussenpersoon die zich beloont met een commissie voor het in contact brengen van koper en verkoper. Dat verandert alles en leidt tot een grotere fragmentatie van het aanbod: de “verkopers” staan inderdaad onder druk van de concurrentie. En voortaan is die concurrentie wereldwijd.

Besluit

In een eerder artikel schetste ik al een zorgwekkend schema over de maatschappelijke rol van de deeleconomie. Vijftig jaar geleden bleven de mensen heel hun leven bij hetzelfde bedrijf. Toen werd het duidelijk dat 40 jaar lang hetzelfde werk doen een uitdaging was. Waar we tegenwoordig naar toe gaan is een maatschappij van zelfstandige werkers, op zoek naar micro-opportuniteiten om geld te verdienen. We verliezen perspectief en zekerheid op de lange termijn, we verliezen het nodige vertrouwen om projecten op lange termijn te ontwikkelen. Onzekerheid wordt de regel. Om het samen te vatten: we zijn van een win-win situatie, waarbij gever en nemer baat hadden bij de ruileconomie, overgegaan naar een configuratie winner-winner-verliezer, waarbij de nemer en tussenpersoon de winnaars zijn en de dienstverrichter in zijn hemd staat als gevolg van de concurrentie die er is ontstaan door de tussenpersoon.



Posted in Innovation, Marketing.

Plaats uw mening

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *